Hulpstof die de oppervlaktespanning van het water verlaagt waardoor tijdens het mengproces van mortel en betonspecie een gecontroleerde hoeveelheid fijn verdeelde luchtbelletjes in het mengsel kan ontstaan. De luchtbelletjes blijven na verharding aanwezig.
Een luchtbelvormer is een hulpstof waardoor luchtbelletjes in betonspecie worden gebracht tijdens het mengproces. De ingebrachte lucht bestaat uit microscopisch kleine luchtbellen, gewoonlijk tussen 10 µm en 300 µm in diameter. De afmetingen en de verdeling van de luchtbelletjes is belangrijk. De luchtbelletjes verbeteren de stabiliteit en verwerkbaarheid van de betonspecie en de vorstbestandheid en de waterdichtheid van het verharde beton. Zie ook luchtgehalte.
Stabiliteit betonspecie
De stabiliteit van de specie wordt verbeterd omdat de luchtbelletjes zich gedragen als fijn materiaal. Hierdoor zal de specie minder snel ontmengen en zal minder waterafscheiding (bleeding) optreden.
Verwerkbaarheid
De verwerkbaarheid van de specie wordt verbeterd door het ‘kogellagereffect’ van de luchtbellen. Ze verminderen de wrijvingsweerstand van de deeltjes in de specie onderling en maken de specie hierdoor plastischer en eenvoudiger te verdichten.
Vorstbestandheid
Bij vorst kan het nog in de capillaire poriën van beton aanwezige water bevriezen. De volumetoename bij de omzetting van water naar ijs geeft een inwendige druk waardoor schade kan ontstaan. De luchtbelletjes zorgen voor een onderbreking van de capillaire poriën waardoor het ijs kan uitzetten in de gevormde luchtholtes.
Waterdichtheid
De waterdichtheid wordt verbeterd doordat de luchtbelletjes het capillair systeem onderbreken, waardoor de wateropzuigende (capillaire) werking wegvalt.
Invloed op de betonsterkte
Bij het mengselontwerp dient de betontechnoloog er rekening mee te houden dat een hoger luchtgehalte een negatieve invloed op de te bereiken sterkte heeft. Elk % lucht boven de 2% is een sterkteverlies van circa 5%. Bij bijvoorbeeld 3% lucht in het mengsel is het sterkteverlies 5%. Voor elk % meer lucht is de rekenwaarde voor het sterkteverlies steeds 5%.
Bij een luchtgehalte (L) van 6% (= 4% boven de 2%) kan de rekenwaarde voor de benodigde gemiddelde sterkte worden aangepast door deze te delen door de factor 0,95(L-2).
Indien bijvoorbeeld (zonder lucht) de rekenwaarde voor de gemiddelde sterkte 45 N/mm² zou zijn, levert dit een aangepaste rekenwaarde voor de sterkte van 45 / 0,95⁴ = 55,2 N/mm².